Op 8 november 2011 werd het levenloze lichaam van Jack van der Zee door zijn vader gevonden in zijn woning na een ongerust telefoontje van zijn werkgever. Marco B. bekende de moord. Hij gaf als motief op dat hij Jack had doodgestoken omdat deze avances maakte. Daarna had hij bezittingen, waaronder de auto, van zijn slachtoffer meegenomen en verkocht.
Het gerechtshof in Leeuwarden moet de zaak tegen Marco B. (39) opnieuw bekijken. Dit heeft de Hoge Raad vandaag bepaald. Het Gerechtshof onvoldoende duidelijk beargumenteerd waarom er sprake was van voorbedachte rade en dus moord. Mogelijk is er toch sprake van doodslag, oordeelde de Hoge Raad.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Marco B. werd enkele dagen na de moord opgepakt omdat hij tegen een huisgenoot over het misdrijf had opgeschept en hem het bebloede moordwapen had laten zien. De huisgenoot stapte naar de politie. B. was drugsverslaafd, zwakbegaafd en had psychische problemen. Hij werd door deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Op 10 juli 2012 werd Marco B. veroordeeld tot 9 jaar celstraf en TBS met dwangverpleging.
Nieuw onderzoek
Omdat deze rapportage inmiddels verouderd is heeft de advocaat van B. een verzoek ingediend om hem opnieuw te laten onderzoeken, in het Pieter Baan Centrum in Utrecht. Met dit verzoek gaat de Advocaat Generaal akkoord.
