Drogteropslagen – Het derde deel van het Boerderijenboek van de oude gemeente Zuidwolde heeft het levenslicht gezien: vorige week werd in het dorpshuis van Drogteropslagen het deel over het Linderveld gepresenteerd. De eerste twee exemplaren waren voor de auteurs Roelof Hein en Henk van Goor.
De eerste twee delen van het Boerderijenboek gingen over de buurtschappen Nolde en Wemmenhove. Er werd de laatste weken van november hard gewerkt om deel drie gereed te krijgen voor Sinterklaas. ‘Op de avond voordat het boek naar de drukker ging, kreeg ik nog een mailtje met wijzigingen’, vertelt voorzitter Bert Steenbergen van de Oudheidkamer Zuidwolde.
Zes jaar geleden kwam een werkgroep bijeen om te inventariseren hoeveel boerderijen er in Zuidwolde zijn geweest. ‘Er werden groepjes gevormd en het heeft behoorlijk wat tijd gekost om tot een uitgewerkt idee te komen. Hoe moet zo’n boek eruit zien? Een ding werd ons wel duidelijk: het moest niet één dik boek worden, zo zwaar als wat. Dan ligt daar zo’n baksteen op tafel waar even in gebladerd wordt en dat een dik bedrag moet kosten. Bovendien staan er dan boerderijen in aan de andere kant van de gemeente, die voor een bepaalde lezer misschien niet zo interessant zijn. Zoals we het nu doen, blijft het betaalbaar en kan iedereen het boekje kopen van de eigen regio’, legt Steenbergen uit.
Fietstocht
De start ging vergezeld van een financiële bijdrage van de stichting Boerderijenfietstocht Zuidwolde, die werd opgeheven. Het was een mooi startbedrag en er zat nog wat geld bij de Oudheidkamer in kas. Het streven is om in 2019 drie delen van het Boerderijenboek uit te geven, boeken die voor een bedrag van 15 euro te koop zijn, tot in Dedemsvaart aan toe. Van ‘Nolde’ zijn er in totaal liefst 180 verkocht, ‘Wemmenhove’ staat op 80 en van ‘Linderveld’ bedraagt de oplage 100 stuks. Het mooie van de serie is dat alle delen uiteraard dezelfde afmetingen hebben, maar dat ze kleur groen steeds lichter worden, mooi voor in de boekenkast vindt Jan Rozema. Bert Steenbergen heeft nu al gemerkt dat er mensen zijn die per se alle boekjes willen hebben, er zijn al mensen die hebben ingeschreven op alle dertig delen.
Linderveld
Roelof Hein werd als grote kenner van het Linderveld benaderd voor dit deel. ‘Roelof heeft daar zijn hele een doorgebracht en kan er ook prachtig over vertellen. Hij zit altijd vol met anekdotes en kent bijna alles en iedereen.’ De gegevens van Roelof werden tot een mooi verhaal gesmeed. Geen droge opsomming over een boerderij en de bewoners, maar ook juist de verhalen over deze mensen en het buurtschap plus de nodige foto’s. ‘Ik ben er toevallig zo ingerold. Ik heb de bouwstenen aangereikt en Henk van Goor heeft er muren van gemetseld’, aldus de blije Roelof Hein.
En nu moet er hard doorgewerkt worden aan de volgende delen, want buurtschappen als Pieperij, Nieuwe Dijk, Rabbinge, Kerkenveld, Fort, Veeningen, Moddergat en Ten Arlo moeten allemaal nog aan bod komen. Er wordt wel gekeken hoeveel boerderijen er per buurtschap zijn, want de boeken moeten niet te dik worden. Zo wordt Bloemberg waarschijnlijk met de Pieperij samengevoegd, maar over Veeningen kunnen wel drie of vier boeken geschreven worden.
Werkgroep
De werkgroep bestaat uit veertien personen. Er zitten zelfs leden in die al helemaal niet meer in De Wolden wonen. Jannes Scheper uit Emmen behandelt Fort, Jan Duinkerken uit Wolvega doet de kern van Zuidwolde en Gerrit van Arragon uit Westerbork deed Nolde. ‘En we hebben vier echte archivarissen, dat zijn Bert Steenbergen, Henk van Goor, Henk Bartels en Jannes Scheper. Ie duiken echt diep de archieven in’, benadrukt Jan Rozema. ‘En Henk van Goor en Bert Steenbergen zijn de schrijvers.’ Eenmaal per maand komt de hele groep bij elkaar om informatie uit te wisselen en dat zijn volgens de groepsleden gezellige sessies.
Het vermoeden bestaat dat er in totaal 1400 boerderijen in de oude gemeente Zuidwolde hebben bestaan. ‘We hebben 1830 als beginpunt genomen en alles in kaar proberen te brengen. Daarbij hebben we van tevoren wel bepaald wanneer het een boerderij is. Dat is wat ons betreft als er commerciële landbouw wordt bedreven en er vroeger een pulle melk aan de weg stond’, glundert Steenbergen.
