Roden - Het gaat niet goed met de autochtone bomen en struiken in Nederland. De helft van de soorten is zeldzaam of zelfs bedreigd in hun voortbestaan. Reden genoeg voor
Landschapsbeheer Drenthe en de provincie Drenthe om aandacht te vragen voor de oorspronkelijke beplanting die onze provincie rijk is. In Cuisinerie Mensinge te Roden werd woensdag een symposium over dit onderwerp georganiseerd.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de generaties na ons nog van de Drentse bossenparels kunnen genieten? En op welke wijze kunnen we de oorspronkelijke natuurbossen behouden voor in de toekomst? Deze vragen stonden centraal tijdens het symposium over autochtone bomen en struiken. Dit groene erfgoed blijft namelijk niet vanzelf bewaard. Door veranderd beheer verdwijnen wilde populaties. Willen we dit behouden, dan vraagt dat om ander beheer.
Inventarisaties
Sprekers Bert Maes, René van Loon, Lodewijk van Kemenade en Otto Brinkkemper vertelden tijdens het symposium over de (uitgevoerde) inventarisaties, het beheer en behoud van oude boskernen, de vermeerdering van autochtone genenbronnen en op welke wijze informatie over autochtone beplanting openbaar toegankelijk kan worden gemaakt. ’s Middags verzorgden Maes, Van Loon en Van Kemenade een excursie naar het Lieverder Noordbos. Een van de best bewaarde natuurbossen in Drenthe. Daar ging men op zoek naar Drentse bomen en struiken. Tijdens de excursie werd zelfs een jonge wilde appel ontdekt. Bijzonder: spontane verjonging van deze soort komt namelijk zelden voor.
Autochtoon?
Bomen en struiken noemen we autochtoon als ze afkomstig zijn uit wilde populaties die al vele duizenden jaren op dezelfde plaats voorkomen. Ze hebben zich na de laatste IJstijd spontaan, zonder directe invloed van de mens, in Nederland gevestigd. Een lange tijd hebben deze wilde populaties zich kunnen aanpassen aan lokale groei- en bodemomstandigheden. Ze zijn hierdoor minder vatbaar voor ziektes, minder gevoelig voor klimaatverandering en zien er door deze aanpassingen net iets anders uit. In Drenthe komen relatief veel autochtone soorten voor. Onze provincie is daarom belangrijk voor het behoud van een aantal kwetsbare soorten, als de wilde appel en tweestijlige meidoorn.
Drentse bosparels
Leergang Wanneer bekend is waar wilde populaties groeien, kunnen er stappen worden gezet om autochtone bomen en struiken voor hun ondergang te behoeden. Landschapsbeheer Drenthe start eind mei een leergang om Drentse soorten te herkennen en in kaart te brengen. Vrijwilligers kunnen zich via www.lbdrenthe.nl/leergang-autochtone-beplanting aanmelden. Na het afronden van de cursus, gaan vrijwilligers in (kleine) groepjes het veld in om in aangewezen gebieden autochtone boom- en struiksoorten op te sporen en lokaliseren. Een belangrijke eerste stap om Drentse bosparels voor toekomstige generaties veilig te stellen! De leergang wordt in samenwerking met Bert Maes, ecoloog, cultuurhistoricus en specialist op gebied van autochtone beplating, verzorgd. Maes ontwikkelde een methode om de autochtoniteit van bomen en struiken in kaart te brengen.
(Foto: Bert Maes geeft tekst en uitleg in de natuur. / LBD)