Hondsster
De hondsdagen hebben niets met honden van doen. De oorsprong van de term komt uit de astronomie. Na de zon is Sirius de ster die wij het meest helder waarnemen. Dat komt door de afstand. Sirius ligt op “maar” 8,6 lichtjaren bij de aarde vandaan, wat in het heelal kan worden beschouwd als op een steenworp afstand. Sirius wordt ook wel de hondsster genoemd, als helderste van het sterrenbeeld De Grote Hond. Aan het begin van de zomer is deze ster tijdelijk onzichtbaar, omdat hij tegelijk met de zon opkomt. Rond 20 juli wordt Sirius in de ochtendschemering weer zichtbaar. Dat is het startsein voor de hondsdagen.
Bederf
Door het broeierig warme weer in deze periode bederft voedsel sneller dan normaal. Het is dan ook verstandig om tijdens de hondsdagen niets buiten de koelkast te bewaren. Veel mensen zetten de koelkast gedurende de hondsdagen zelfs een paar graden kouder.
Voorspellingen
Boeren zeiden vroeger dat het weer op de eerste hondsdag (komende zondag), ook wel Sint Margriet genoemd, model stond voor de daaropvolgende weken. ‘Als Margriet pist in het riet, zes weken boerenverdriet.’ Of ‘Regent het op Sint Margriet, dan zie je zes weken de zomer niet.’ En ook nog een positieve: ‘Met Sint Margriet droog, zes weken zon in het oog.’ Komen de hondsdagen met veel regen, dan gaan we slechte tijden tegen, maar komen de hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar.’
Maar gemiddeld genomen zijn de hondsdagen zelf het warmst en meest onstabiel. Er staat ons dus een broeierige warmte te wachten, onderbroken door fikse onweersbuien.
