Ingewikkeld deel 9

Foto: S. van Niekerk

“Ik heb wel over een kwartier les van Sietske, maar ik rijd altijd eerst even zelf los”, zegt Ama nog. Geert vindt alles best. Die staat aandachtig Faizal te borstelen alsof het één van zijn raskatten is. Angelique is inmiddels naar buiten gelopen al roepend dat zij ‘even een peuk ging opsteken’.

Ama en Geert stappen samen op hun paard langs de rokende Angelique de rijbak in. Als Ama alleen in de bak rijdt met Fador is ze vaak wel een kwartier met hem in de weer voordat hij een beetje wil ontspannen, maar omdat nu de kleine eigenwijze Faizal naast hem trippelt, is dat allemaal niet nodig. Ze stapt wat rond, doet de oefeningen die Sietske heeft aangeraden om Fador los te rijden en kijkt op haar horloge. Sietske is te laat. Niets voor haar…

Geert komt voorbij  galopperen op Faizal. Ama bedenkt dat het paardje eigenlijk veel beter bij hem past dan bij de robuuste Angelique. Maar dat kon zij eigenlijk ook wel doen, Fador vast even laten galopperen, des te lekkerder zou hij dadelijk in de les lopen.

Ama spoort Fador aan zoals Sietske haar dat geleerd heeft, binnenbeen op de singel, buitenbeen achter de singel en… pats. Voor ze het weet, zeilt Ama door de lucht en landt vlak naast de omheining op de harde grond. Fador rent bokkend weg met een half los hangend zadel op zijn rug. Angelique smijt haar dure tas op de grond en rent naar Ama toe. “Meid! Wat doe jij nou, is alles okay?” Ama zit even beduusd op de grond. Het huilen staat haar nader dan het lachen. Fador, háár Fador, haar grote vriend, heeft haar afgegooid. Ze verbijt haar verdriet en staat op. Geert is inmiddels afgestegen en heeft snel Fador gepakt. “Ama”, zegt  hij met een bezorgd gezicht. “Je moet hier even naar kijken denk ik.”

Ama schrikt, zo teleurgesteld als ze net was in haar harige vriend, zo ongerust is ze nu dat er iets mis zal zijn met hem. Geert heeft het zadel weer enigszins recht op het paard gehesen en wijst naar iets onder het zweetblad. ”Kijk eens.” Eén van de riemen waarmee het zadel is vastgemaakt aan de singel is kapot. Maar niet zo maar kapot. Alleen het laatste stukje is rafelig en gescheurd, maar zeker driekwart van de stevige leren riem vertoont een gladde, diepe snee…

Ama voelt zich even weer net zoals toen ze het lijk ontdekte. Duizelig. Geen adem.

Ze zakt tegen Angeliques harige trui aan als er plotseling een vrolijk en luidruchtig ‘Hoi, wat is hier aan de hand” klinkt. En daar komt Sietske Graaijstra de bak binnenlopen. “Sorry dat ik wat te laat ben,” zegt Sietske met haar blozende wangen en een twinkeling in haar ogen. “Ik werd even opgehouden.” En ze veegt met een hand wat stro van haar hoofd en trekt haar trui recht. “Ben je gevallen meid?”

 

Hoofdstuk 6

Als Geert en Angelique haar weer een beetje overeind hebben geholpen, blijft Ama even versuft voor zich uit staren. Sietske bekijkt ondertussen het zadel dat nog steeds scheef op Fador’s rug hangt, voelt aan de loshangende singelstoot en fluit tussen haar tanden. “Zo, dat is even een strakke scheur”, zegt ze. “Heeft er iemand een hekel aan je? Want zoiets gebeurt natuurlijk niet zomaar.” Ama haalt haar schouders op. Het lijkt wel een boze droom of een griezelige film. Die gezellige manege waar ze tot voor kort met zoveel plezier naartoe ging, lijkt opeens de meest onveilige plek ter wereld. Ama was eerder nooit echt bang aangelegd. Ze hield van spectaculaire onweersbuien, fietste fluitend in haar eentje door het donker en pakte rustig met haar blote handen een spin beet. Ook muizen vond ze niet eng, of grote honden. En voor de rest kon ze eigenlijk met iedereen goed overweg. Ze had zelden ruzie of iets wat daar op leek en als haar wat dwars zat, dan praatte ze het direct uit. Haar wereldje was één zonnig avontuur. Nog nooit eerder had ze zo duidelijk ervaren dat de keerzijde van de zon de schaduw is. En dat er kennelijk maar één ding is waarvoor je als mens echt op je hoede moet zijn; je medemens. Dan komt Fieke opeens binnen gewandeld en schudt haar scheve lok achterover. “Wat staan jullie daar te kijken. Is er weer iemand dood?”, roept ze. Even is het stil. “Nee, er is niemand dood”, hoort Ama Geert kortaf zeggen. “Maar het had niet veel gescheeld.” Fieke kijkt en ziet de doorgesneden riem. “Vaker controleren meid, als je een slecht stukje leer hebt, dan gebeurt er dus dit”, zegt ze. Angelique kijkt verontwaardigd. “Jeetje Fiek, wat zijn we weer meelevend. Kijk effe goed. Dat is echt geen spontane slijtplek hoor. Dat is gewoon ijskoud doorgesneden.” Fieke kijkt nog eens. “Nou, nou, wat een ophef zeg. Er is toch niks gebeurd? Gewoon een nieuwe riem er in laten zetten en verder rijden. En elkaar vooral niet op verkeerde ideeën brengen. Als er één man de pijp uit is, hoeven er niet perse meer te volgen hoor.”

Ama is sprakeloos. Dat Fieke, waarvan ze had gedacht dat het haar vriendin was, zo ongevoelig reageerde. Geert ziet haar blik. “Trek je er maar niks van aan hoor. Dat is nou typisch Fieke, daar kan ze niks aan doen. Die kan niks met al die  emoties hier”, zegt hij. “Die snee is iets waar ik me meer zorgen over maak. Degene die dit gedaan heeft, moet wel een hele erge hekel hebben aan jou. Heb jij enig idee uit welke hoek dit vandaan kan komen?” Ama schudt haar hoofd. “Nee, absoluut niet. Ik kom hier nog maar sinds een paar maanden en ik ken nog lang niet iedereen. Behalve Sietske dan, maar die ken ik al vanaf de kleuterschool. Met de rest van de mensen hier praat ik eigenlijk alleen maar over de paarden, over het rijden, over de verzorging, over lessen en dat soort zaken. Echt persoonlijke dingen weet ik van vrijwel niemand en de meeste mensen weten ook niet veel van mij hoor. De enige met wie ik wat meer omga is Fieke, want zij woont al jaren bij mij om de hoek. Verder spreek ik Kimmie en Madelief regelmatig en natuurlijk Phileine en Ed en…” Ze stopt opeens middenin haar zin.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen