“Ingewikkeld” – aflevering 1

Foto: MJ Jonkers

Ik haat haar. Zij staat voor alles waar ik nooit meer aan wilde denken. Vroeger is voorbij dacht ik. Maar door haar komt alles weer terug.

De vernederingen, het negeren, het gegniffel en het gevoel er nooit echt bij te horen. Zij is precies zo als al die anderen. Lang, slank, zelfbewust en blond. Een koninklijke uitstraling en het heel normaal vinden dat iedereen haar mag. Een zondagskind. Een Barbiepop. Ik haat dat soort types. Ze maken dat ik me lomp en onhandig voel. Nietsbeduidend. Moeiteloos trekken zij de aandacht, terwijl ik snak een beetje erkenning. Niemand die mij ziet staan. Ook hij niet. Maandenlang draaide  ik om hem heen en probeerde ik contact met hem te krijgen. Maar meer dan een oppervlakkig gesprekje werd het niet. Totdat zij binnenwandelde met haar interessante praatjes over haar creatieve carrière. Hij heeft zijn verdiende loon gekregen en nu is zij aan de beurt. Ik haat haar en ik haat al die anderen die op haar lijken. Jaren heb ik in stilte geleden. Maar nu is de tijd van vergelding gekomen.

Hoofdstuk 1

Ama de Ruyter snuift de frisse ochtendlucht diep in haar longen en schudt haar lange steile blonde haren over haar schouders. Vroeg opstaan had toch wel wat. Toen vanmorgen de wekker afliep, had ze zich het liefst nog een keer omgedraaid. Eigenlijk wel tien keer. Maar sinds kort heeft ze een extra reden om vroeg uit de veren te gaan. Fador! Ze vist haar autosleutels uit haar slank gesneden bodywarmertje. Als ze in de verte het rode karretje van haar vriendin Fieke aan ziet komen, zwaait ze even en stapt dan snel in haar eigen auto. Gordels om en wegwezen. Fieke is een beste meid, maar ze heeft nu even geen tijd  en ook geen zin in haar. Want in zijn stal staat Fador op haar te wachten en Ama verlangt naar de geur en de warmte van dat grote zwarte paardenlijf. Naar zijn fluwelen neus die zachtjes al haar zakken afspeurt naar lekkers, zijn grote zware hoofd dat hij vol vertrouwen op haar schouder laat rusten terwijl ze de sluiting van zijn deken los prutst. Oeps! Bijna een fietser op de motorkap. “Even opletten Ama”, denkt ze. Hoe vaak heeft ze die zin vroeger niet gehoord als ze weer eens zat te dromen, in de klas, aan tafel, tijdens haar autorijlessen. Pas op de Kunstacademie belandde ze met haar beide benen op de grond. Eindelijk kon ze de beelden in haar hoofd omzetten in creaties van klei, steen, hout, metaal en papier. Alles viel daar op zijn plek. Maar nuchter als ze was, koos ze vormgeving als afstudeerrichting. Want er zijn maar weinig kunstenaars die kunnen leven van hun beelden en schilderijen. En uiteindelijk zag ze het niet zitten om altijd in armoe te leven of te teren op de overheid. Na haar opleiding werkte ze bij een aantal reclamebureaus en besloot na een jaar of tien te gaan freelancen. Zo kon ze wat kieskeuriger zijn in het aannemen van opdrachten en wat meer tijd inruimen voor haar grote hobby. Want een aantal jaren geleden was Ama, net als haar hartsvriendin Sietske, besmet geraakt met het paardenvirus. Ama lacht in zichzelf. Net als op de kunstacademie was ze ook tijdens haar paardrijlessen altijd wakker en alert geweest, gretig om alles te leren wat er te leren viel over het paardrijden, wat bijna ook een kunstvorm is en waardoor je met huid en haar werd opgeslokt. Concentratie is heel belangrijk voor het paardrijden, dat bleek al snel, bedenkt ze met een glimlach om haar mond. Wie niet oplet, kan maar zo op de grond belanden. En wie wel oplet trouwens ook, want Ama was zelf vaak genoeg van een paard afgevallen terwijl ze toch reuze haar best deed om dat juist niet te laten gebeuren.

Ze draait de parkeerplaats van de pensionstal op. ‘Pensionstal Happy Horse’ staat op een groot bord aan de muur van het voorste gebouw, een voormalige koeienstal waarvan de eigenaar tijdig had ingezien dat het stallen van paarden van ‘stadse luu’ die wel de lusten, maar niet de lasten van hun hobby op zich wilden of konden nemen, flink geld in het laatje kon brengen. Dat zoon Alexander van Zonne van verdienstelijk dressuurruiter was opgeklommen tot internationaal niveau en nog steeds paarden bij zijn vader stalde, had de bekendheid van de pensionstal natuurlijk alleen maar vergroot.

Ama stapt uit, haalt haar cap van de achterbank en sluit haar autootje af.  Lap, de grote zwarte labrador van de familie van Zonne komt blaffend en kwispelend op haar af. Ama geniet altijd als ze op de grote boerderij is; de dieren, de buitenlucht, de gezelligheid van de pensionstal. Alhoewel ze de laatste tijd voornamelijk contact heeft met Fieke en Fieke de rest van de pensionklanten niet zo lijkt te waarderen, waardoor Ama zelf automatisch ook steeds minder contact met ze heeft dan ze eigenlijk zou willen. Ze opent de staldeur en hoopt stiekem op een warm welkom van haar grote zwarte Fries. Meestal is Fador als Ama arriveert bezig met zijn allergrootste hobby’s: eten en uitrusten. Nou ja uitrusten, de ritjes die Ama op hem maakt, zijn altijd heel relaxed en rustig dus daar kan hij niet echt moe van worden. Als Ama heel eerlijk is, moet ze toegeven dat Fador eigenlijk gewoon altijd staat te eten of te luieren. Ook nu. Dus geen vrolijk gebries of verwelkomende hinnik, alleen een warme fluwelen neus die zachtjes maar dwingend tegen haar jaszak duwt. Hier met die snoepjes. Ama is inmiddels goed afgericht door Fador en geeft hem er meteen maar twee. Ze ziet dat haar eerste klusje al voor haar klaar ligt, de stal moet nog uitgemest. Hmm, niet echt fijn. Maar wel goed voor haar spieren en conditie. Dus vooruit dan maar. Fador wordt even aan een halstertouw in het gangpad geparkeerd en Ama schept  de mest en het natte stro uit zijn stal in een kruiwagen die ze even later buiten op de  mestplaats leegt. Meteen maar schoon stro halen met deze kruiwagen, bedenkt ze en ze loopt naar de grote schuifdeuren van de schuur waar het stro is opgeslagen.

Meestal ligt er stro voor de pensionklanten klaar, maar het strohok bij de stallen is vandaag leeg en ze heeft begrepen dat je het ook zelf mag pakken. Het valt nog niet mee om één van de zware schuurdeuren open te schuiven. Eenmaal binnen met de kruiwagen moeten haar ogen even aan het donker in de schuur wennen. Het ruikt er lekker naar hooi en stro. Vóór de strovoorraad staat de grote, stoere trekker waar Ama afgelopen zomer even op mee heeft mogen rijden. Boer van Zonne  ging grote ronde balen maken van het hooi  dat had liggen drogen op het land in de felle zomerzon en had aan Ama gevraagd of ze soms eens wilde zien hoe dat ging. Achter de trekker had hij een machine gekoppeld waarop het hooi  tot een grote ronde baal werd gedraaid en door middel van een ingenieus systeem  strak werd omwikkeld  met dun groen plastic. Onderweg merkte Ama dat ze niet alleen voor de pret mee was, want er moesten heel  wat hekken geopend en gesloten worden, dus Ama moest geregeld van de trekker af springen en er later weer opklimmen. Maar nu staat de trekker groot, donker en stil voor het stro. Er ligt nog een soort hooibaaltje voor, omwikkeld met het lichtgroene plastic, maar stukken kleiner dan een echte hooibaal en langwerpig van vorm. Ama loopt  met de kruiwagen naar de pakken stro aan de andere kant van de schuur. Uit een soort nieuwsgierigheid loopt ze op weg naar de schuurdeur ook even langs de trekker en het vreemde pakket dat ervoor ligt.

Wat slordig, er ligt daar een rijlaars op de grond.  Ze zet de kruiwagen neer en loopt er naar toe om de laars op te pakken. Wat een rare plek om je rijlaars te laten liggen zeg, denkt ze bij zichzelf. Hup, meenemen en in de zadelkamer dumpen tot iemand hem herkent en mee naar huis neemt. Ze buigt voorover om de laars te pakken en dan staat haar hart stil. Het bloed gonst in haar oren en ze wordt zo duizelig dat ze bijna in elkaar zakt. Want in het plastic herkent ze duidelijk een menselijke vorm. Verkrampt en met wijd open mond ligt daar strak in het lichtgroene plastic gewikkeld  een ruiter waarvan één laars in het pak zit en één de dans is ontsprongen.

Als Ama naar een detectiveserie op de televisie keek, had ze zich wel eens afgevraagd wat ze zelf zou doen als ze een lijk vond. Gillen? Wegrennen?  Maar nu staat ze als aan de grond genageld. Langzaam komt ze weer bij haar positieven en kan ze weer ademhalen. “Heeeelp”, schreeuwt ze en rent naar buiten.

 

Auteur: Sietske van Niekerk

Uitgever: Uitgeverij Heijink

ISBN: 9789462543782

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen